Dinsdag 14 januari 2014
Positie Port Antonio: 18°10.846' N 76°27.249 W
We gaan ’s morgens om 9:00 uur naar de westkant van Port Antonio. Hier is een kleine jachthaven en we moeten langszij aan de hoofdsteiger afmeren voor in te klaren. We mogen de boot pas verlaten als de complete procedure afgerond is.
We krijgen vervolgens bezoek van de immigratie, douane en als laatste de gezondheidsdienst. Deze laatste controleert of wij geen ernstige, zichtbare ziektes hebben en dat we geen vers of bevroren vlees aan boord hebben. Er wordt niet gevraagd naar verse vis, dus wij houden wijselijk onze mond. In de koeling wordt niet gekeken. We verklaren aan de autoriteiten dat we vanuit Aruba direct naar Jamaica gevaren zijn. We kunnen niet vertellen dat we in Haïti geweest zijn, omdat we dan niet in Jamaica toegelaten worden. In Haïti heerst Cholera en om daarna Jamaica in te mogen, zouden we eerst in quarantaine moeten. Vandaar dat we ons uitstapje naar Ile a Vache verzwijgen. Dat we echter na uitklaren in Aruba er 2½ week over gedaan hebben om hier te komen valt niemand op…..
We moeten wel een dik pak formulieren invullen en na een kleine 2 uur zijn we officieel in Jamaica. Paul, de Amerikaanse “manager” van de jachthaven laat ons vervolgens de faciliteiten van de jachthaven zien. Ankeren hoort bij de jachthaven en hiervoor moeten we $15,- US per nacht betalen. Hiervoor krijgen we bewaking, wifi, een zwembad en douches. We denken dat we klaar zijn met inklaren, maar voordat we voor anker gaan komt ook nog de maritieme politie aan boord en controleert of we geen drugs en/of wapens aan boord hebben en of de veiligheidsmiddelen in orde zijn. Zij bekijken de inhoud van elk kastje in de boot.
Jamaica is ongeveer 200 km lang en 70 km breed en hier wonen ongeveer 2 miljoen mensen. Het land is lid van het Brits Gemenebest en heeft dus de Engelse koningin als symbolisch staatshoofd. De voertaal is Engels, iedereen rijdt links en er wordt betaald in Jamaicaanse dollars.
Wat ons meteen opvalt, is het groene regenwoud en het bergachtige landschap van dit land. Doordat er op dit eiland hoge bergen zijn van meer dan 2 km hoog, wordt de warme en vochtige lucht omhoog gestuwd. De lucht koelt dan af en er ontstaat condensatie in de lucht, regen dus.
In de middag maken we een wandeling door het stadje. In dit deel van Jamaica valt ons op dat er veel armoede is. We hadden verwacht dat dit land welvarender zou zijn als de meeste andere landen in de Carieb, maar dit is in ieder geval hier niet het geval. We zien veel bedelende zwervers in het stadje, de straten zijn slecht en veel huizen in verval. Het geheel straalt iets uit van vergane glorie. We worden net als in de landen in de oost-Carieb weer voortdurend lastig gevallen voor “taxi”, “mister, where are you going”, “do you wonna go rafting”. De mensen op Ile a Vache waren vriendelijker en minder opdringerig….
’s Avonds hebben we Jaap en Elsa uitgenodigd voor een diner met een vissoep als voorgerecht en een “black snapper uit de oven met een witte wijnsaus” als hoofdgerecht. Elsa completeert het menu met aardappelgratin en een salade Nicoise. De vis is werkelijk boterzacht en smaakt heerlijk. Het wordt een gezellige avond aan boord van de Rafiki.
Positie Port Antonio: 18°10.846' N 76°27.249 W
We gaan ’s morgens om 9:00 uur naar de westkant van Port Antonio. Hier is een kleine jachthaven en we moeten langszij aan de hoofdsteiger afmeren voor in te klaren. We mogen de boot pas verlaten als de complete procedure afgerond is.
Heuvelachtig en groen.
We krijgen vervolgens bezoek van de immigratie, douane en als laatste de gezondheidsdienst. Deze laatste controleert of wij geen ernstige, zichtbare ziektes hebben en dat we geen vers of bevroren vlees aan boord hebben. Er wordt niet gevraagd naar verse vis, dus wij houden wijselijk onze mond. In de koeling wordt niet gekeken. We verklaren aan de autoriteiten dat we vanuit Aruba direct naar Jamaica gevaren zijn. We kunnen niet vertellen dat we in Haïti geweest zijn, omdat we dan niet in Jamaica toegelaten worden. In Haïti heerst Cholera en om daarna Jamaica in te mogen, zouden we eerst in quarantaine moeten. Vandaar dat we ons uitstapje naar Ile a Vache verzwijgen. Dat we echter na uitklaren in Aruba er 2½ week over gedaan hebben om hier te komen valt niemand op…..
We moeten wel een dik pak formulieren invullen en na een kleine 2 uur zijn we officieel in Jamaica. Paul, de Amerikaanse “manager” van de jachthaven laat ons vervolgens de faciliteiten van de jachthaven zien. Ankeren hoort bij de jachthaven en hiervoor moeten we $15,- US per nacht betalen. Hiervoor krijgen we bewaking, wifi, een zwembad en douches. We denken dat we klaar zijn met inklaren, maar voordat we voor anker gaan komt ook nog de maritieme politie aan boord en controleert of we geen drugs en/of wapens aan boord hebben en of de veiligheidsmiddelen in orde zijn. Zij bekijken de inhoud van elk kastje in de boot.
Jamaica is ongeveer 200 km lang en 70 km breed en hier wonen ongeveer 2 miljoen mensen. Het land is lid van het Brits Gemenebest en heeft dus de Engelse koningin als symbolisch staatshoofd. De voertaal is Engels, iedereen rijdt links en er wordt betaald in Jamaicaanse dollars.
Wat ons meteen opvalt, is het groene regenwoud en het bergachtige landschap van dit land. Doordat er op dit eiland hoge bergen zijn van meer dan 2 km hoog, wordt de warme en vochtige lucht omhoog gestuwd. De lucht koelt dan af en er ontstaat condensatie in de lucht, regen dus.
In de middag maken we een wandeling door het stadje. In dit deel van Jamaica valt ons op dat er veel armoede is. We hadden verwacht dat dit land welvarender zou zijn als de meeste andere landen in de Carieb, maar dit is in ieder geval hier niet het geval. We zien veel bedelende zwervers in het stadje, de straten zijn slecht en veel huizen in verval. Het geheel straalt iets uit van vergane glorie. We worden net als in de landen in de oost-Carieb weer voortdurend lastig gevallen voor “taxi”, “mister, where are you going”, “do you wonna go rafting”. De mensen op Ile a Vache waren vriendelijker en minder opdringerig….
’s Avonds hebben we Jaap en Elsa uitgenodigd voor een diner met een vissoep als voorgerecht en een “black snapper uit de oven met een witte wijnsaus” als hoofdgerecht. Elsa completeert het menu met aardappelgratin en een salade Nicoise. De vis is werkelijk boterzacht en smaakt heerlijk. Het wordt een gezellige avond aan boord van de Rafiki.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten