Dinsdag 9 augustus 2016
Positie Fronteras: 15°39.775 N 89°00.119 W
“Pass it on” is een stichting die door Julia is opgezet. De stichting heeft als doelstelling om in de afgelegen dorpen, die natuurlijk geen aansluiting hebben op een elektriciteitsnet, verlichting te doneren op basis van zonne-energie. De zonnepanelen, regelaar en de batterijen zijn donaties van de zeilersgemeenschap, welke op de Rio Dulce verblijven.
Een van de dorpen, die een paar weken geleden een accu en zonnecellen voor hun schooltje gekregen hebben, ontvangen voor alle hutten van het dorp een “Lucy-light”. Dit is een lantaarn met een zonnepaneeltje, een batterij en LED lampjes om de huizen te verlichten. De lezers kennen deze lampjes wel van de IKEA en de XENOS, vaak gebruikt als tuinlamp.
Deze gift aan dit dorp is een verrassing voor de dorpsbewoners en de Britse Julia vraagt deze week op het dagelijkse radionet voor vrijwilligers die de lampjes naar het dorp willen brengen. Wij hebben wel zin in een jungletocht en wij melden ons aan.
Op de bijeenkomst een paar dagen na de oproep worden we voorgesteld aan de expeditie-leider Richard, de Guatemalaan Roberto die als tolk mee gaat en de Amerikanen Nick en Jim. We krijgen op deze bespreking te horen dat de reis naar het dorp een tocht is met een jeep en een voettocht door de jungle tot in de vallei van het dorpje. We delen de lampjes uit, overnachten in het dorp en gaan de volgende dag weer terug. Lijkt ons een prima plan en wij zeggen volmondig ja op de deelname.
Op dinsdag 9 augustus komen we met de hele expeditie, Richard, Roberto, Nick, Jim, Marlene en Loud, gepakt en gezakt bij mekaar. Er worden nog wat foto's gemaakt voor de site van “Pass it On” en even later gaan we op weg.
De meeste bewoners van Guatemala zijn afstammelingen van de oerinwoners van deze regio, de Maya's. De helft van de 16 miljoen bewoners van Guatemala zijn een mix van Spaanse bezetters en de indianen (zeg maar “Latino's”) en de andere helft is nog “volbloed” Maya. De Maya's hebben in Guatemala verschillende stammen en de daarbij behorende taal en gebruiken.
Wij reizen nu in het gebied van de Q'eqchi' indianen, spreek uit “ketchi”. Alhoewel in heel Guatemala Spaans onderwijs gegeven wordt, spreken de mensen in de buitengebieden vaak alleen maar hun moedertaal, Maya, met de diverse dialecten. In deze streek wordt dus alleen maar Q'eqchi' gesproken en door een paar personen ook nog een beetje Spaans.
Na een rit van ongeveer 1,5 uur komen we aan het einde van de “berijdbare” weg. We worden aan het begin van het pad, dat naar de vallei van het dorp leidt, opgewacht door een paar dorpelingen. Zij zijn gewaarschuwd voor ons bezoek en zij zullen ons met de tocht door de jungle begeleiden.
De tocht leidt ons eerst door een heuvelig weide gebied met rundvee. Wanneer we aan de rand van de jungle, het begin van de heuvelruggen, aankomen, krijgt Jim, een 67-jarige Amerikaan met een grote mond (is dit niet een pleonasme?), het al te kwaad. Hij is al doodop en hij kan niet verder. Wij hadden dat al gedacht toen we hem voor het eerst ontmoetten, maar Jim verklaarde toen dat hij een conditie had als een paard en in “the US-Army” altijd ver gelopen had..... Een van de dorpsbewoners gaat met Jim terug naar de “bewoonde wereld” en wij kunnen met een man minder weer verder.
De tocht door de jungle is steil met rotsblokken en daar tussen modder. We lopen door dichtbegroeid regenwoud en het is warm en erg vochtig. Door de zuigwerking van de modder en voortdurend lopen op een helling is het lopen zeer zwaar.
Eenmaal in het dorp ben ik blij dat het erop zit. Het was een prachtige tocht en ook het “afzien” hoort hier bij. Alles is hier nog puur en ongerept, een prachtig begin van dit avontuur.
Positie Fronteras: 15°39.775 N 89°00.119 W
“Pass it on” is een stichting die door Julia is opgezet. De stichting heeft als doelstelling om in de afgelegen dorpen, die natuurlijk geen aansluiting hebben op een elektriciteitsnet, verlichting te doneren op basis van zonne-energie. De zonnepanelen, regelaar en de batterijen zijn donaties van de zeilersgemeenschap, welke op de Rio Dulce verblijven.
Een van de dorpen, die een paar weken geleden een accu en zonnecellen voor hun schooltje gekregen hebben, ontvangen voor alle hutten van het dorp een “Lucy-light”. Dit is een lantaarn met een zonnepaneeltje, een batterij en LED lampjes om de huizen te verlichten. De lezers kennen deze lampjes wel van de IKEA en de XENOS, vaak gebruikt als tuinlamp.
Deze gift aan dit dorp is een verrassing voor de dorpsbewoners en de Britse Julia vraagt deze week op het dagelijkse radionet voor vrijwilligers die de lampjes naar het dorp willen brengen. Wij hebben wel zin in een jungletocht en wij melden ons aan.
Op de bijeenkomst een paar dagen na de oproep worden we voorgesteld aan de expeditie-leider Richard, de Guatemalaan Roberto die als tolk mee gaat en de Amerikanen Nick en Jim. We krijgen op deze bespreking te horen dat de reis naar het dorp een tocht is met een jeep en een voettocht door de jungle tot in de vallei van het dorpje. We delen de lampjes uit, overnachten in het dorp en gaan de volgende dag weer terug. Lijkt ons een prima plan en wij zeggen volmondig ja op de deelname.
Op dinsdag 9 augustus komen we met de hele expeditie, Richard, Roberto, Nick, Jim, Marlene en Loud, gepakt en gezakt bij mekaar. Er worden nog wat foto's gemaakt voor de site van “Pass it On” en even later gaan we op weg.
Van links naar rechts: pickup chauffeur, Julia (initiator van dit project), vervolgens de personen die naar het dorp lopen, Marlene, Roberto, Loud, Nick en Jim. Richard ontbreekt op deze foto.
Anderhalf uur in de bak van deze pickup. Het eerste half uur is nog een verharde weg,
maar daarna begint de zandweg. Niet comfortabel.
De toer achter in de laadbak van de oude pick-up is niet comfortabel maar daarentegen wel erg mooi. We rijden over zandwegen door uitgestrekte plantages van rubberbomen en bananen en ook uitgestrekte graslanden met vee, adembenemende vergezichten.
Mooie vergezichten met af en toe een woning.
De meeste bewoners van Guatemala zijn afstammelingen van de oerinwoners van deze regio, de Maya's. De helft van de 16 miljoen bewoners van Guatemala zijn een mix van Spaanse bezetters en de indianen (zeg maar “Latino's”) en de andere helft is nog “volbloed” Maya. De Maya's hebben in Guatemala verschillende stammen en de daarbij behorende taal en gebruiken.
Wij reizen nu in het gebied van de Q'eqchi' indianen, spreek uit “ketchi”. Alhoewel in heel Guatemala Spaans onderwijs gegeven wordt, spreken de mensen in de buitengebieden vaak alleen maar hun moedertaal, Maya, met de diverse dialecten. In deze streek wordt dus alleen maar Q'eqchi' gesproken en door een paar personen ook nog een beetje Spaans.
Na een rit van ongeveer 1,5 uur komen we aan het einde van de “berijdbare” weg. We worden aan het begin van het pad, dat naar de vallei van het dorp leidt, opgewacht door een paar dorpelingen. Zij zijn gewaarschuwd voor ons bezoek en zij zullen ons met de tocht door de jungle begeleiden.
De dorpelingen die op ons staan te wachten.
Maar voordat we verder kunnen, moet eerst de poort van de boerderij "finca"
geopend worden door een medewerker met een cowboyhoed.
De jongens maken zich klaar voor de tocht. Ieder draagt een zak of een jerrycan van ongeveer 25 kg.
De tocht leidt ons eerst door een heuvelig weide gebied met rundvee. Wanneer we aan de rand van de jungle, het begin van de heuvelruggen, aankomen, krijgt Jim, een 67-jarige Amerikaan met een grote mond (is dit niet een pleonasme?), het al te kwaad. Hij is al doodop en hij kan niet verder. Wij hadden dat al gedacht toen we hem voor het eerst ontmoetten, maar Jim verklaarde toen dat hij een conditie had als een paard en in “the US-Army” altijd ver gelopen had..... Een van de dorpsbewoners gaat met Jim terug naar de “bewoonde wereld” en wij kunnen met een man minder weer verder.
De tocht door de jungle is steil met rotsblokken en daar tussen modder. We lopen door dichtbegroeid regenwoud en het is warm en erg vochtig. Door de zuigwerking van de modder en voortdurend lopen op een helling is het lopen zeer zwaar.
Startpunt van de tocht.
De jongens dragen allemaal een zak of een jerrycan met een gewicht van ongeveer 25 kg.
Groot gedeelte van de tocht is steil en glibberig.
Maar de bevolking van het dorp is getraind.
Zij doen dit dagelijks en ze lopen zonder enige moeite met die zware zak op de rug naar boven.
Loud en Nick zijn blij als ze boven zijn.
En dan heb je een appeltje verdiend.
Voor de dorpsbewoners is dit de enige weg van het dorp naar de buitenwereld en zij moeten dit stuk dus altijd lopen om voorraden te kopen, te werken of bijvoorbeeld naar een doktor/tandarts te gaan. De dorpsbewoners die ons begeleiden hebben ook voorraden bij zich. Artur, een jonge van 21 jaar en, zoals alle Maya's klein en tenger, heeft in een draagzak om zijn voorhoofd een zak van 22,5 kg rijst. Wij lopen op goede wandelschoenen, hij loopt op een paar goedkope laarzen. Wij zijn voortdurend uitgeput en Artur, die 30% van zijn lichaamsgewicht aan rijst meesjouwt, loopt voortdurend fluitend in het rond. Het enige waar hij zich zichtbaar aan stoort is dat wij “gringo's” voortdurend moeten stoppen om te rusten...
Na een zeer afmattende tocht van meer dan 3 uur(!) komen we in de namiddag aan in een vallei tussen twee heuvelruggen met dichte jungle. De vallei is aangeplant met zaken zoals mais en bananen en we zien twee beken/rivieren. Even later zien we de kokosbladeren van de hutten van het indianendorp.
Na een zeer afmattende tocht van meer dan 3 uur(!) komen we in de namiddag aan in een vallei tussen twee heuvelruggen met dichte jungle. De vallei is aangeplant met zaken zoals mais en bananen en we zien twee beken/rivieren. Even later zien we de kokosbladeren van de hutten van het indianendorp.
Aangekomen in de vallei, wordt de weg vlakker en droger.
Eenmaal in het dorp ben ik blij dat het erop zit. Het was een prachtige tocht en ook het “afzien” hoort hier bij. Alles is hier nog puur en ongerept, een prachtig begin van dit avontuur.
Hoi Loud en Marlene, wat maken jullie weer een mooie tocht !
BeantwoordenVerwijderenGeeft ons wel meer inspiratie om nog eens te vertrekken!