Maandag 16
januari 2012:
Banjul is dan
wel een stad in een ontwikkelingsland maar een stuk moderner dan Dakar. Hier
zijn veel meer spullen te verkrijgen, er worden behoorlijk veel Westerse
spullen verhandeld. De mensen zijn vriendelijker en niet zo opdringerig als in
Senegal, maar het blijft een armoedige Afrikaanse stad. Een ander groot verschil
is de taal. In tegenstelling tot Senegal, waar de officiële taal Frans is, is
de officiële taal van Gambia Engels. Dit maakt communiceren met de mensen op de
straat gemakkelijk.
Positie Lamin
lodge: 13°23'40" N 16°37'25" W
Vanmorgen
zijn we met de taxi op weg gegaan naar Banjul. Wij gaan een vergunning halen om
op de rivier te varen, Thomas moet zijn verblijfsvergunning verlengen (deze is
maar 28 dagen geldig en hij is al een maand hier) en er is een Duits jacht
aangekomen die we gaan helpen met inklaren.
Op weg naar
Banjul worden we aangehouden. Er is een politiecontrole en er worden diverse
auto’s aan de kant gezet. Ook onze taxi. Nu blijkt dat het paspoort van Thomas
niet meer geldig is, hij is dus illegaal in het land, en daarom wordt hij
meegenomen naar de politiepost. Even later komt Thomas terug en wordt hij door
een beambte vergezeld die meegaat in de taxi naar de immigratiedienst in Banjul
en daar wordt de zaak met wat (smeer)geld geregeld.
Een vrachtwagen kan altijd nog voller
Marlène weet
een tweetal mooie, typisch Afrikaanse, lappen stof op de kop te tikken. Hiervan
wil ze kussens, een patchwork deken of iets dergelijks van maken.
Op het einde
van de middag is de “Maia” ingeklaard, hebben de beambten hier de zakken weer
vol, varen we met Karl en Karin van de “Maia” weer terug naar de rust bij de
Lamin Lodge.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten