Maandag 30
januari 2012:
De vliegende
vissen hebben hun hersencapaciteit niet alleen nodig voor eten en zwemmen maar
ook om te vliegen. Hierdoor is er geen capaciteit meer over om slim of handig
te zijn. Dit is de reden dat we elke morgen een aantal van deze achterlijke
schepsels van het dek moeten rapen, ze zien blijkbaar zelfs onze boot niet
aankomen.
De zee is nu
zo verlaten dat vannacht de wacht ook mocht slapen. Degene die wacht loopt
slaapt, wordt elk half uur gewekt door een eierwekker. De wachtloper
controleert de radar, AIS, zeilen en kijkt om zich heen of er een licht op de
horizon is. De radar en AIS staan op alarm, zodat wanneer een schip binnen 20
km van de boot gedetecteerd wordt, een alarm afgaat. Dit zorgt ervoor dat we
allebei redelijk onze nachtrust hebben tijdens deze nacht. Dit kunnen we alleen
midden op zee doen. Zodra we dichter bij land komen, is het door het drukkere
verkeer (vrachtschepen en vissers) niet meer veilig.
Door de
noordenwind is Sal moeilijk te bezeilen en besluiten we de koers te verleggen
naar Santiago, het zuidoostelijke eiland van de Kaap Verden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten