woensdag 31 augustus 2016

San Juan de Pacayal dag 1, Guatemala

Dinsdag 9 augustus 2016

Positie Fronteras: 15°39.775 N 89°00.119 W
“Pass it on” is een stichting die door Julia is opgezet. De stichting heeft als doelstelling om in de afgelegen dorpen, die natuurlijk geen aansluiting hebben op een elektriciteitsnet, verlichting te doneren op basis van zonne-energie. De zonnepanelen, regelaar en de batterijen zijn donaties van de zeilersgemeenschap, welke op de Rio Dulce verblijven.

Een van de dorpen, die een paar weken geleden een accu en zonnecellen voor hun schooltje gekregen hebben, ontvangen voor alle hutten van het dorp een “Lucy-light”. Dit is een lantaarn met een zonnepaneeltje, een batterij en LED lampjes om de huizen te verlichten. De lezers kennen deze lampjes wel van de IKEA en de XENOS, vaak gebruikt als tuinlamp.

Deze gift aan dit dorp is een verrassing voor de dorpsbewoners en de Britse Julia vraagt deze week op het dagelijkse radionet voor vrijwilligers die de lampjes naar het dorp willen brengen. Wij hebben wel zin in een jungletocht en wij melden ons aan.

Op de bijeenkomst een paar dagen na de oproep worden we voorgesteld aan de expeditie-leider Richard, de Guatemalaan Roberto die als tolk mee gaat en de Amerikanen Nick en Jim. We krijgen op deze bespreking te horen dat de reis naar het dorp een tocht is met een jeep en een voettocht door de jungle tot in de vallei van het dorpje. We delen de lampjes uit, overnachten in het dorp en gaan de volgende dag weer terug. Lijkt ons een prima plan en wij zeggen volmondig ja op de deelname.

Op dinsdag 9 augustus komen we met de hele expeditie, Richard, Roberto, Nick, Jim, Marlene en Loud, gepakt en gezakt bij mekaar. Er worden nog wat foto's gemaakt voor de site van “Pass it On” en even later gaan we op weg.

Van links naar rechts: pickup chauffeur, Julia (initiator van dit project), vervolgens de personen die naar het dorp lopen, Marlene, Roberto, Loud, Nick en Jim. Richard ontbreekt op deze foto.

Anderhalf uur in de bak van deze pickup. Het eerste half uur is nog een verharde weg,
maar daarna begint de zandweg. Niet comfortabel.
De toer achter in de laadbak van de oude pick-up is niet comfortabel maar daarentegen wel erg mooi. We rijden over zandwegen door uitgestrekte plantages van rubberbomen en bananen en ook uitgestrekte graslanden met vee, adembenemende vergezichten.




Mooie vergezichten met af en toe een woning.

De meeste bewoners van Guatemala zijn afstammelingen van de oerinwoners van deze regio, de Maya's. De helft van de 16 miljoen bewoners van Guatemala zijn een mix van Spaanse bezetters en de indianen (zeg maar “Latino's”) en de andere helft is nog “volbloed” Maya. De Maya's hebben in Guatemala verschillende stammen en de daarbij behorende taal en gebruiken.

Wij reizen nu in het gebied van de Q'eqchi' indianen, spreek uit “ketchi”. Alhoewel in heel Guatemala Spaans onderwijs gegeven wordt, spreken de mensen in de buitengebieden vaak alleen maar hun moedertaal, Maya, met de diverse dialecten. In deze streek wordt dus alleen maar Q'eqchi' gesproken en door een paar personen ook nog een beetje Spaans.

Na een rit van ongeveer 1,5 uur komen we aan het einde van de “berijdbare” weg. We worden aan het begin van het pad, dat naar de vallei van het dorp leidt, opgewacht door een paar dorpelingen. Zij zijn gewaarschuwd voor ons bezoek en zij zullen ons met de tocht door de jungle begeleiden.

De dorpelingen die op ons staan te wachten.

Maar voordat we verder kunnen, moet eerst de poort van de boerderij "finca"
geopend worden door een medewerker met een cowboyhoed.

De jongens maken zich klaar voor de tocht. Ieder draagt een zak of een jerrycan van ongeveer 25 kg.

De tocht leidt ons eerst door een heuvelig weide gebied met rundvee. Wanneer we aan de rand van de jungle, het begin van de heuvelruggen, aankomen, krijgt Jim, een 67-jarige Amerikaan met een grote mond (is dit niet een pleonasme?), het al te kwaad. Hij is al doodop en hij kan niet verder. Wij hadden dat al gedacht toen we hem voor het eerst ontmoetten, maar Jim verklaarde toen dat hij een conditie had als een paard en in “the US-Army” altijd ver gelopen had..... Een van de dorpsbewoners gaat met Jim terug naar de “bewoonde wereld” en wij kunnen met een man minder weer verder.

De tocht door de jungle is steil met rotsblokken en daar tussen modder. We lopen door dichtbegroeid regenwoud en het is warm en erg vochtig. Door de zuigwerking van de modder en voortdurend lopen op een helling is het lopen zeer zwaar.
Startpunt van de tocht.
De jongens dragen allemaal een zak of een jerrycan met een gewicht van ongeveer 25 kg.


Groot gedeelte van de tocht is steil en glibberig.

Maar de bevolking van het dorp is getraind.
Zij doen dit dagelijks en ze lopen zonder enige moeite met die zware zak op de rug naar boven.


Loud en Nick zijn blij als ze boven zijn.

En dan heb je een appeltje verdiend.

Voor de dorpsbewoners is dit de enige weg van het dorp naar de buitenwereld en zij moeten dit stuk dus altijd lopen om voorraden te kopen, te werken of bijvoorbeeld naar een doktor/tandarts te gaan. De dorpsbewoners die ons begeleiden hebben ook voorraden bij zich. Artur, een jonge van 21 jaar en, zoals alle Maya's klein en tenger, heeft in een draagzak om zijn voorhoofd een zak van 22,5 kg rijst. Wij lopen op goede wandelschoenen, hij loopt op een paar goedkope laarzen. Wij zijn voortdurend uitgeput en Artur, die 30% van zijn lichaamsgewicht aan rijst meesjouwt, loopt voortdurend fluitend in het rond. Het enige waar hij zich zichtbaar aan stoort is dat wij “gringo's” voortdurend moeten stoppen om te rusten...

Na een zeer afmattende tocht van meer dan 3 uur(!) komen we in de namiddag aan in een vallei tussen twee heuvelruggen met dichte jungle. De vallei is aangeplant met zaken zoals mais en bananen en we zien twee beken/rivieren. Even later zien we de kokosbladeren van de hutten van het indianendorp.



Aangekomen in de vallei, wordt de weg vlakker en droger.

Eenmaal in het dorp ben ik blij dat het erop zit. Het was een prachtige tocht en ook het “afzien” hoort hier bij. Alles is hier nog puur en ongerept, een prachtig begin van dit avontuur.

maandag 29 augustus 2016

Tandarts, Guatemala

Maandag 1 augustus 2016 tot en met maandag 8 augustus 2016

Positie Fronteras: 15°39.775 N 89°00.119 W
Ik maak een afspraak met de plaatselijke tandarts hier in Fronteras voor een controle van mijn gebit. De plaatselijke tandarts, Carlos, heeft een paar indrukwekkende diploma's bij de ingang van zijn praktijk hangen. Helaas is dit dan ook het enige indrukwekkende aan deze praktijk. De wachtkamer zijn een paar gammele stoelen op de stoep en de rest bevindt zich in een soort garagebox, afgeschermd van buiten met een plastic wandje. De behandelstoelen zijn tot op de draad versleten en ik schat dat het röntgenapparaat uniek is en door dr. Röntgen zelf in het begin van de 19de eeuw gebouwd is.

Links achter het gordijn is de ingang. Aan de rechterkant (buiten) is de wachtkamer.

Bij de ingang hangen de diploma's van Carlos.

Achter het gordijn is het kantoor van de tandarts.

In hetzelfde vertrek als het kantoor is ook de praktijkruimte. Loud bekijkt de apparatuur van de tandarts. Tijdens de behandeling viel het licht uit, dus er moest een lamp vervangen worden voordat hij verder kon met de behandeling.

Waarom kies ik dan voor deze tandarts? In de eerste plaats omdat dr. Oscar een sympathieke en betrouwbare man is en in de tweede plaats het gemak, de praktijk ligt op loopafstand.
Het is een goede keuze, Carlos is een goede tandarts die, samen met zijn indiaanse assistente, zijn behandelingen vakkundig uitvoert.

Morales, Guatemala

Woensdag 27 juli 2016 tot en met zondag 31 juli 2016

Positie Fronteras: 15°39.775 N 89°00.119 W
De dichtstbijzijnde stad is Morales op ongeveer 25 km van Fronteras. Natuurlijk moet dit stadje verkend worden en we nemen een busje naar deze plaats. Het openbaar vervoer voor korte afstanden vindt plaats met de al bekende busjes, dit is overal in de Carieb het geval. Een busje dat bedoeld is voor het vervoer van 9 of 10 personen wordt in de Carieb opgewaardeerd tot een vervoermiddel voor een dikke 20-tal personen. Vervolgens probeert de chauffeur, zonder uitzondering, elke keer zijn persoonlijk record op de te rijden afstand te verbeteren, wars van “onbelangrijke” zaken zoals verkeersregels en veiligheid.

Morales is geen grote stad, maar meer een uit de kluiten gewassen dorp waar wat meer winkeltjes zijn dan in Fronteras. We zien met name veel groente- en fruitstalletjes, slagers en natuurlijk weer veel verkopers van mobiele telefoons. In Morales ligt het regionaal ziekenhuis en hebben ze ook een tandarts die Engels spreekt. We zijn snel uitgekeken in Morales en pakken, nadat we wat fruit ingekocht hebben, weer een busje terug naar Fronteras.

Veel slagers in Morales.

Een overdaad groenten en fruit. Opvallend item, de uien komen niet uit Nederland. In veel plaatsen op de wereld verhandelen ze namelijk uien uit Nederland. Wij hebben ze al gezien in Thailand, Jamaica, Panama, Gambia etc.

Heerlijke appels, abrikozen en aardbeien. Die hebben we al lang niet meer gegeten.

Veel kraampjes met telefoons.

Druk verkeer in de smalle winkelstraat.

Ook een manier om de krant te lezen.

En als je even moe bent .............

Roundup kun je hier nog gewoon kopen. Niet zo'n kleine flesjes als in Nederland.

2 soorten appels, sinaasappels, honingmeloen en watermeloen, ananas, aardbeien, bananen, abrikozen en limoenen. Allemaal gekocht op de markt in Morales. Er was nog veel meer (bessen, bramen, papaya, pruimen etc),
maar helaas de rugzak was vol.

Vrijdag 29 juli gaan we met de Rafiki naar jachthaven Tijax. We hebben hier beter internet en dit hebben we nodig om de onderdelen voor de Rafiki te bestellen. Ook kunnen we in de werkplaats van de jachthaven werkzaamheden uitvoeren. Voor het eerst sinds het begin van onze reis, alweer 5 jaar geleden, parkeren we onze trouwe Rafiki in een jachthaven. In deze baai van de Rio Dulce zijn veel kleine jachthavens en nadat we de meeste verkend hebben, kiezen we voor de jachthaven Tijax.

Het is een super luxe jachthaven met een hotel, restaurant, zwembad en een groot park voor kleine jungle-tochten. Dit hotel staat op een voorkeurslijst van een aantal reisorganisaties want elke dag worden met lancha's toeristen bij Tijax afgeleverd. Dit zijn back-packers maar ook luxe reizigers die een georganiseerde rondreis door midden Amerika maken. We maken dagelijks een duik in het zwembad en we maken met deze bezoekers veel leuke contacten.

Op de steiger en in de werkplaats op de kant is 220 volt en kunnen we mooi wat klussen op onze gehavende Rafiki uitvoeren. De preekstoel en het ankerbeslag hebben we door een plaatselijke lasser laten richten en repareren en deze wordt weer opnieuw op de boot gemonteerd. De verfwerkzaamheden zijn ook weer hervat en we zijn vrijwel dagelijks bezig met het rustig uitzoeken en repareren van het gehavende elektrische circuit van onze trouwe Rafiki.

dinsdag 23 augustus 2016

Druk verkeer in Fronteras, Guatemala

Zondag 24 juli 2016 tot en met dinsdag 26 juli 2016

Positie Fronteras: 15°39.591 N 88°59.653 W
We liggen voor anker in een grote inham van de Rio Dulce. Aan wal veel marina's en er zijn zelfs twee marina's bij met een travellift (botenkraan) waardoor er ook veel boten op de kant staan.

Aan de overkant van de rivier begint na de brug het dorp Fronteras. Ik noem het een “straatdorp” omdat het dorp geheel rond de grote doorgaande weg gebouwd is. Doordat de weg er is, is ook dit dorp ontstaan. Het dorpje is nu een regionale plaats voor de bevoorrading van de kleine dorpen hier in de omgeving. Op dinsdag en vrijdag worden verse groenten uit de hoger gelegen landbouwgebieden aangevoerd en de keuze op het vlak van groente en fruit is super. Sinds we Europa verlaten hebben, is de variatie van het aanbod groente en fruit sterk gedaald. Daarom is voor ons de diversiteit geweldig. Voor het eerst sinds lange tijd weer prei, bloemkool, aardbeien, abrikozen, appels en zelfs champignons van een super kwaliteit. En dat alles ook nog voor een redelijke prijs.




Ook wordt hier in kleine stalletjes kip met frietjes aangeboden, blijkbaar de nationale snack van Guatemala en erg moeilijk om links te laten liggen....


Daarnaast worden de hele dag tortilla's gebakken, in het algemeen op een grote wok of ijzeren plaat op een houtvuur. De tortilla's zijn normaal gesproken van maismeel en wij vinden de smaak hiervan een beetje “duf”, “melig” en “zurig”. Gelukkig worden er ook tortilla's aangeboden van “harina”, tarwemeel. Deze zijn weliswaar duurder maar naar onze smaak veel lekkerder, het is maar wat je gewend bent. Alle basiszaken worden hier aangeboden zoals groente, fruit, vlees, kleding, schoenen, huishoudelijke zaken, medicijnen, landbouwproducten en... veel mobiele telefoons!

Het meest opvallende van Fronteras is echter de ligging. Alle winkeltjes en restaurants zijn pal aan de rand van de weg. Er is geen trottoir en de doorgaande weg is zeer druk. Er denderen voortdurend grote vrachtwagencombinaties door de “winkelstraat” en tussen deze truckers door laveren tuk-tuk's (dit zijn de taxi's hier in Guatemala), afgeleefde pick-ups, bussen, busjes, SUV's en motoren/scooters. Het is een drukte van vanjewelste. Het verkeer is zo druk dat alles stapvoets verloopt maar het is wel continue oppassen. Niet alleen omdat je onder de wielen kan komen van een grote vrachtwagen, ook de weg is zeer ongelijk dus opletten dan je je enkel niet verzwikt, maar het belangrijkste is het vee wat in de vrachtwagens vervoerd worden. Deze doen onderweg ook hun behoeften. Aangezien de vrachtauto's aan de zijkant redelijk open zijn, spettert er ook wel eens iets op de weg of nog erger, tegen je benen.

Veel verschillende voertuigen rijden over de doorgaande weg in Fronteras.

Vele zware vrachtauto's passeren Fronteras.

Weinig ruimte tussen de winkels en het verkeer.

maandag 22 augustus 2016

Castillo de San Felipe, Guatemala

Zaterdag 23 juli 2016

Positie Fronteras: 15°39.591 N 88°59.653 W
Op zaterdag wandelen we met Margot en Samuel naar het Spaanse fort, Castillo de San Felipe, ongeveer 4 km van Fronteras. De wandeling loopt over een asfalt weg en is redelijk saai. Het fort is daarentegen mooi gerestaureerd en ligt in een mooi park.

Soortgelijke bussen als in Panama, alleen zien deze er veel beter en verzorgd uit.

De toegangsweg naar het kasteel stond vol met kraampjes, eten en drinken. De meeste verkochten een limonade (diverse smaakjes) met schaafijs.



Castillo de San Felipe.

Het kasteel ligt aan de Rio Dulce.

Op de achtergrond de brug die naar Fronteras leidt.

Mooi park met diverse plekken met schaduw.

In het fort zien we een groep Belgische toeristen die een rondleiding krijgen. Wanneer we de groepsleidster een poosje later tegenkomen maken we even een praatje. Zij is geregeld groepsleidster van een Belgische touroperator. Het opmerkelijke is echter dat zij in Nederland woont in het plaatsje Maasbree, op 10 km afstand van onze woonplaats!

Na het bezoek aan het fort nemen we de bus terug naar Fronteras, waar we samen met Margot en Samuel nog een frietje met kip verorberen.

Lekker kippetje met net gebakken frietjes. We hadden geluk, de frietjes waren net op, dus we kregen frietjes die net uit de olie kwam. Normaal worden de frietjes hier bewaard onder een lamp. Ze zijn dan half warm en redelijk slap.

Keuring reddingsvlot, Guatemala

Vrijdag 22 juli 2016

Positie Fronteras: 15°39.591 N 88°59.653 W
We komen een bekende tegen in Fronteras. Het is Samuel van de “Margot” die we ontmoet hebben in Cuba. We maken een praatje en we worden uitgenodigd voor de BBQ bij hun in de jachthaven, “Monkey Bay Marina”.

Deze marina is zoals bijna alle jachthavens hier in de baai erg luxe. Een prachtige overdekte recreatieruimte met nog wat fitness toestellen, een koelkast en een diepvries voor algemeen gebruik. Het is een gezellige BBQ.

Recreatieruimte van Monkey Bay Marina, met uitzicht op de marina.

De recreatieruimte wordt deze week ook door mij en Samuel gebruikt om onze reddingsvlotten te checken. Wij hebben al vanaf het begin van onze reis ons reddingsvlot zelf geserviced. Het vlot wordt tijdens deze doe-het-zelf-keuring uitgepakt en handmatig opgepompt totdat de overdrukventielen gaan blazen. Vervolgens laten we het vlot een nacht opgeblazen staan om de lekdichtheid te testen. Daarna wordt de CO2 cilinder gedemonteerd en gewogen om de vulgraad van de CO2 en N2 te controleren. Het trek-opblaas-mechanisme wordt gedemonteerd, gesmeerd, gecontroleerd en weer gemonteerd. Aan het einde van de keuring wordt het vlot weer leeggelaten en opgeborgen. Vervolgens maak ik voor de landen die dit verplichten, met fotoshop nog een mooi “officieel” keuringscertificaat.


Loud en Samuel testen de beide reddingsvlotten.

Wij vinden dit veel veiliger dan dat we de keuring door vreemden laten uitvoeren. We hebben al behoorlijk wat verhalen over foutieve keuringen te horen gekregen en met deze werkwijze weten we zeker dat het vlot in een goede staat is (wij doen dit elke twee jaar) en dat het 100% zeker functioneert als dit nodig is. Daarnaast hebben we het voordeel dat we het vlot al goed kennen en dat we weten hoe je er in nood moet inklimmen en waar alle belangrijke zaken zijn.