Zondag 14 februari 2016
Positie Cienfuegos: 22°07.481 N 80°27.385 W
We maken vandaag alles in orde voor de overtocht van 90 nm naar Cayo Largo. De familie Benning komt helaas niet mee omdat ze onzeker zijn van de mogelijkheden om terug te zeilen naar Cienfuegos, hier zal Ton eind maart terug komen.
We zijn in Nederland al van jongs af aan opgevoed om ons met zoveel mogelijk zekerheden in te dekken. Hierdoor verklein je namelijk het risico op ongelukken en rampspoed. We zijn ingeënt, tegen alles verzekerd, ABS en airbag in de auto, brandalarm en zelfs onze relatie willen we zekeren met een officieel schriftelijk (samenlevings)contract. Voor een overtocht op open zee controleren wij altijd vooraf de veiligheidsmiddelen, de navigatieapparatuur, de reserve-systemen en maken een “rondje” door de boot voor een visuele inspectie, ons kan dus “niets ergs meer gebeuren”.....
De overtocht naar Cayo Largo kan niet volledig in daglicht bezeild worden en omdat we de koraalriffen bij Cayo Largo met daglicht willen passeren (=inbouwen van zekerheid), vertrekken we aan het einde van de middag in Cienfuegos.
Er staat een matige wind van 20-25 knopen, windkracht 4 – 6 Bf en is uit noordelijke richting en met onze zuidelijke koers varen we dus voor de wind. Het schiet lekker op en door de beschutting van het vaste land is er weinig golfslag wat de eerste uren van de tocht lekker comfortabel maakt. Rond 21:00 uur, de golfslag is inmiddels iets hoger, krijgen we een storing te verwerken. Harrie, onze trouwe automatische piloot, weigert plotseling dienst. Na controle blijkt dat de elektrische duwarm op het stuurkwadrant een mechanisch defect heeft. De elektromotor wordt door de stuurcomputer goed aangestuurd, maar de duwarm zelf weigert echter zijn diensten te doen. Midden op zee is hier weinig aan te doen en dus moeten we de rest van de afstand, ongeveer 60 nm, op de hand sturen.
De wind blijft 25 knopen en de golven worden langzaamaan iets hoger. Het is door de noordelijke wind koud, ongeveer 16 graden. De zeilpakken zijn nog opgeborgen (vacuum verpakt in een vak ergens ver weg) en dus moeten we deze nacht behoorlijk kou lijden.
Om 01:00 uur in de nacht sta ik aan het roer en is Marlene in de kuip op de uitkijk. Plotseling is er een harde, doffe klap, gekraak en de Rafiki komt met een schok tot stilstand! Ik ben verlamd van schrik en Marlene denkt dat de mast overboord is geslagen. Ze roept in paniek: “Loud, de mast!”. Voor de boeg van de Rafiki zie ik de witte contouren van een vaartuig en ik merk dat we nog bewegen, we duwen het vaartuig voor ons weg. De mast staat gelukkig nog overeind. Ik start de motor en sla meteen achteruit en merk dat we met een krakend geluid van het ander vaartuig los komen. Marlene heeft inmiddels het deklicht aangemaakt en we zien een vissersboot van 8-10 meter lang met een kajuit die hier, midden op zee voor anker ligt! Hij heeft geen verlichting en er is niemand aan dek. Even later gaat het licht aan en we zien twee mannen aan dek komen. We willen op een veilige afstand van deze boot komen, het waait inmiddels 6 Bf, en er is een behoorlijke golfslag dus we motorzeilen van de visser af. Op veilige afstand neemt Marlene het roer over en ik duik met de zaklamp in het vooronder om te kijken of we op de boeg lekgeslagen zijn: dit is gelukkig niet het geval. Vervolgens ga ik (natuurlijk met life-line) naar het voordek om de schade te bekijken: het ankerbeslag heeft de klap opgevangen en is behoorlijk verbogen. Het rolreefprofiel van de voorstag heeft een knik opgelopen. We hebben een dubbele voorstag en het beschadigde profiel was gelukkig niet onder zeil. Voor zover op dat moment beoordeelbaar, kunnen we gelukkig “veilig” verder zeilen. We roepen op VHF kanaal 16 de visser op, maar hij geeft geen gehoor aan onze oproep. Onze oproep wordt wel opgepikt door een Zweeds zeiljacht. Zij hebben dezelfde koerslijn als ons, maar zij liggen 5 nm voor ons. Ook zij verklaren dat er op het bewuste traject geen verlichte objecten waren, de visser was dus midden op zee, het dichtstbijzijnde onbewoonde eilandje ligt op 30 km(!) afstand, zonder verlichting op een diepte van 30 m geankerd! De Zweden hadden echter het geluk om dit vaartuig niet te raken.
We zeilen verder en langzaam worden we weer een beetje rustig. We waren tijdens de aanvaring natuurlijk behoorlijk in paniek, maar gelukkig hebben we wel goed kunnen functioneren en reageren. Het was een geluk dat de vissersboot van polyester was, waardoor de klap flink gedempt werd.
Positie Cienfuegos: 22°07.481 N 80°27.385 W
We maken vandaag alles in orde voor de overtocht van 90 nm naar Cayo Largo. De familie Benning komt helaas niet mee omdat ze onzeker zijn van de mogelijkheden om terug te zeilen naar Cienfuegos, hier zal Ton eind maart terug komen.
We zijn in Nederland al van jongs af aan opgevoed om ons met zoveel mogelijk zekerheden in te dekken. Hierdoor verklein je namelijk het risico op ongelukken en rampspoed. We zijn ingeënt, tegen alles verzekerd, ABS en airbag in de auto, brandalarm en zelfs onze relatie willen we zekeren met een officieel schriftelijk (samenlevings)contract. Voor een overtocht op open zee controleren wij altijd vooraf de veiligheidsmiddelen, de navigatieapparatuur, de reserve-systemen en maken een “rondje” door de boot voor een visuele inspectie, ons kan dus “niets ergs meer gebeuren”.....
De overtocht naar Cayo Largo kan niet volledig in daglicht bezeild worden en omdat we de koraalriffen bij Cayo Largo met daglicht willen passeren (=inbouwen van zekerheid), vertrekken we aan het einde van de middag in Cienfuegos.
Er staat een matige wind van 20-25 knopen, windkracht 4 – 6 Bf en is uit noordelijke richting en met onze zuidelijke koers varen we dus voor de wind. Het schiet lekker op en door de beschutting van het vaste land is er weinig golfslag wat de eerste uren van de tocht lekker comfortabel maakt. Rond 21:00 uur, de golfslag is inmiddels iets hoger, krijgen we een storing te verwerken. Harrie, onze trouwe automatische piloot, weigert plotseling dienst. Na controle blijkt dat de elektrische duwarm op het stuurkwadrant een mechanisch defect heeft. De elektromotor wordt door de stuurcomputer goed aangestuurd, maar de duwarm zelf weigert echter zijn diensten te doen. Midden op zee is hier weinig aan te doen en dus moeten we de rest van de afstand, ongeveer 60 nm, op de hand sturen.
De wind blijft 25 knopen en de golven worden langzaamaan iets hoger. Het is door de noordelijke wind koud, ongeveer 16 graden. De zeilpakken zijn nog opgeborgen (vacuum verpakt in een vak ergens ver weg) en dus moeten we deze nacht behoorlijk kou lijden.
Om 01:00 uur in de nacht sta ik aan het roer en is Marlene in de kuip op de uitkijk. Plotseling is er een harde, doffe klap, gekraak en de Rafiki komt met een schok tot stilstand! Ik ben verlamd van schrik en Marlene denkt dat de mast overboord is geslagen. Ze roept in paniek: “Loud, de mast!”. Voor de boeg van de Rafiki zie ik de witte contouren van een vaartuig en ik merk dat we nog bewegen, we duwen het vaartuig voor ons weg. De mast staat gelukkig nog overeind. Ik start de motor en sla meteen achteruit en merk dat we met een krakend geluid van het ander vaartuig los komen. Marlene heeft inmiddels het deklicht aangemaakt en we zien een vissersboot van 8-10 meter lang met een kajuit die hier, midden op zee voor anker ligt! Hij heeft geen verlichting en er is niemand aan dek. Even later gaat het licht aan en we zien twee mannen aan dek komen. We willen op een veilige afstand van deze boot komen, het waait inmiddels 6 Bf, en er is een behoorlijke golfslag dus we motorzeilen van de visser af. Op veilige afstand neemt Marlene het roer over en ik duik met de zaklamp in het vooronder om te kijken of we op de boeg lekgeslagen zijn: dit is gelukkig niet het geval. Vervolgens ga ik (natuurlijk met life-line) naar het voordek om de schade te bekijken: het ankerbeslag heeft de klap opgevangen en is behoorlijk verbogen. Het rolreefprofiel van de voorstag heeft een knik opgelopen. We hebben een dubbele voorstag en het beschadigde profiel was gelukkig niet onder zeil. Voor zover op dat moment beoordeelbaar, kunnen we gelukkig “veilig” verder zeilen. We roepen op VHF kanaal 16 de visser op, maar hij geeft geen gehoor aan onze oproep. Onze oproep wordt wel opgepikt door een Zweeds zeiljacht. Zij hebben dezelfde koerslijn als ons, maar zij liggen 5 nm voor ons. Ook zij verklaren dat er op het bewuste traject geen verlichte objecten waren, de visser was dus midden op zee, het dichtstbijzijnde onbewoonde eilandje ligt op 30 km(!) afstand, zonder verlichting op een diepte van 30 m geankerd! De Zweden hadden echter het geluk om dit vaartuig niet te raken.
We zeilen verder en langzaam worden we weer een beetje rustig. We waren tijdens de aanvaring natuurlijk behoorlijk in paniek, maar gelukkig hebben we wel goed kunnen functioneren en reageren. Het was een geluk dat de vissersboot van polyester was, waardoor de klap flink gedempt werd.
Voorstag heeft een knik. We hebben gelukkig twee voorstaggen.
De gelcoat van de voorpunt is beschadigd.
De preekstoel is geknikt.
Het RVS-opstapje is compleet verwrongen.
Wat een verhaal zeg, verschrikkelijk. In het donker tegen een geankerd ship aanvaren. Ik moet er niet aan denken. Sterkte met de afwikkeling en reparatie.
BeantwoordenVerwijderen.....Arie van der Hoek / Beagle
Je weet nu wel zeker dat je een sterk schip hebt. Maar dit is wel een vervelende manier om dat te ontdekken. Wat een klojo's, zonder licht! Sterkte met de reparaties.
BeantwoordenVerwijderen