Maandag 12 december 2016
Positie Tres Puntas: 15°55.899 N 88°36.307 W
Op 12 december is het dan eindelijk zover. Na een goede 5 maanden nemen we afscheid van de Rio en klaren we netjes uit bij de douane, havenmeester en de immigratiedienst in het alleraardigste plaatsje Livingston aan de monding van de rivier in de Caribische zee. Afgerekend en volgestempeld gaan we aan boord en wordt na 5 maanden de dinghy weer netjes aan de wilgen davids gehangen.
Om 6 uur in de namiddag is het springtij en we willen, net als bij de binnenkomst in juli, weer zonder hulp over de drempel bij de mondig van de rivier varen. Zoals eerder al beschreven is het passeren van deze drempel een penibele onderneming. De slijkafzetting van de rivier is bij de monding tot een diepte van 2 meter opgekomen en de Rafiki “steekt” 204 cm dus dit kan net (niet). In juli voelden we duidelijk de blubber tegen de kiel, die de boot bij vol vermogen van 6 knopen naar een schamele 1,5 knoop vertraagde. Wanneer we op deze maandag tegen de schemering de succesroute van juli hervatten, zijn we positief over de afloop van deze hernieuwde ploegerij door de modder. Het venijn zit dit keer in de staart. Na ¾ van de “oversteek” komen we met vol vermogen op de schroef toch in de prut tot stilstand. Met de zaklamp seinen we richting Livingston om wat vissers te waarschuwen, die tegen een vergoeding ons weer op gang zullen/kunnen trekken. Helaas komt er geen reactie van de kust en de invallende duisternis maakt de situatie nogal zorgelijk. Ik probeer vervolgens met vol vermogen wat beweging in de Rafiki te krijgen door haaks over stuurboord op de koerslijn te sturen en we hebben geluk. Er komt beweging in de boot en na een paar minuten ploeteren zijn we los en varen we met het zweet in onze handen naar de oostkant van de baai om het anker weer eens in het zoute zeewater te kwakken. En we spreken in koor af: “dit doen we nooit meer”. Na een paar borrels zijn we weer enigszins rustig en gaan we tevreden te kooi.
Positie Tres Puntas: 15°55.899 N 88°36.307 W
Op 12 december is het dan eindelijk zover. Na een goede 5 maanden nemen we afscheid van de Rio en klaren we netjes uit bij de douane, havenmeester en de immigratiedienst in het alleraardigste plaatsje Livingston aan de monding van de rivier in de Caribische zee. Afgerekend en volgestempeld gaan we aan boord en wordt na 5 maanden de dinghy weer netjes aan de wilgen davids gehangen.
Om 6 uur in de namiddag is het springtij en we willen, net als bij de binnenkomst in juli, weer zonder hulp over de drempel bij de mondig van de rivier varen. Zoals eerder al beschreven is het passeren van deze drempel een penibele onderneming. De slijkafzetting van de rivier is bij de monding tot een diepte van 2 meter opgekomen en de Rafiki “steekt” 204 cm dus dit kan net (niet). In juli voelden we duidelijk de blubber tegen de kiel, die de boot bij vol vermogen van 6 knopen naar een schamele 1,5 knoop vertraagde. Wanneer we op deze maandag tegen de schemering de succesroute van juli hervatten, zijn we positief over de afloop van deze hernieuwde ploegerij door de modder. Het venijn zit dit keer in de staart. Na ¾ van de “oversteek” komen we met vol vermogen op de schroef toch in de prut tot stilstand. Met de zaklamp seinen we richting Livingston om wat vissers te waarschuwen, die tegen een vergoeding ons weer op gang zullen/kunnen trekken. Helaas komt er geen reactie van de kust en de invallende duisternis maakt de situatie nogal zorgelijk. Ik probeer vervolgens met vol vermogen wat beweging in de Rafiki te krijgen door haaks over stuurboord op de koerslijn te sturen en we hebben geluk. Er komt beweging in de boot en na een paar minuten ploeteren zijn we los en varen we met het zweet in onze handen naar de oostkant van de baai om het anker weer eens in het zoute zeewater te kwakken. En we spreken in koor af: “dit doen we nooit meer”. Na een paar borrels zijn we weer enigszins rustig en gaan we tevreden te kooi.
Alleen het kleine stukje tussen de twee roze punten (links onder) zijn zenuwslopend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten